Zita blikt terug als mantelzorger

Nog een paar dagen en dan is ons nieuwe boek voor mantelzorgers verkrijgbaar. In de afgelopen maanden dacht ik vaak terug aan mijn eigen rol als jonge mantelzorger. Ik was 18 toen mijn vader, econoom, plots niet meer wist hoeveel 2 + 3 was. Gelukkig kon hij in het ziekenhuis waar ik toen werkte snel terecht voor een CT-scan. In 1982 had niet ieder ziekenhuis de beschikking over deze techniek.

Al snel bleek het behoorlijk mis te zijn; mijn vader had meerdere inoperabele hersentumoren. Hij was net 48 jaar en had nog kort te leven volgens de artsen. Een periode van bestralen en chemo brak aan. In die tijd ging ik dagelijks, na mijn werk, bij mijn vader kijken. Hij woonde tenslotte alleen. Ik reed hem naar artsen, apotheken, van A naar B en naar C. Ik deed wat ik kon, samen met mijn broer. Ik herinner me het verdriet, het ongeloof en de zorgen die we hadden. Hij zette bier in z’n aquarium, het strijkijzer in de koelkast en hij heeft een keer tijdens het spitsuur zijn auto uitgezet op de A20 (ik was er bij!).

Het was een periode van hoop en vrees, van goochelen met je tijd, vrij nemen van werk, er willen zijn voor die ander en ook voor elkaar, tot je erbij neervalt. Het was een intensieve tijd met ook hele mooie momenten, veel liefde en lekker samen eten (makan; heel belangrijk als je Indische roots hebt!).

Ik zou het zo weer doen, uit liefde en met liefde (voor de ander en voor mijzelf).

Zita